Ze hoort er gewoon bij….

Ze hoort er gewoon bij….

Het is stil aan tafel. Heel stil.

Ondanks dat Morris met oma kletst, er af en toe gekletter van bestek op een bord te horen is en Erik muziekjes op Spotify luistert, vind ik het stil. Roos is er niet. Ze is aan het wennen in het logeerhuis van Ilmarinen. Eerst twee keer een middag tot vroeg in de avond en over drie weken zal ze een nacht gaan wennen. En daarna is het plan om Roos een weekend per maand te laten logeren.

Hoewel we de indicatie niet voor niets hebben aangevraagd en gekregen, moet ik vre-se-lijk wennen aan het idee. Het idee dat ik Roos achterlaat bij mensen die haar nog niet kennen en die voor mij ook onbekenden zijn (maar die ongetwijfeld super lief zijn). Het idee dat ze ’s nachts alleen in het gebouw ligt, met de nachtdienst in een ander gebouw (die uiteraard wel haar rondes loopt, maar toch…). Het idee dat het structureel wordt (zijn we zo zwak dat we het zelf niet aan kunnen?). Het idee dat Morris en Jasmijn gewoon thuis zijn, bij ons (is dat niet oneerlijk?). Het idee dat we misschien leuke dingen gaan doen zonder Roos. Het idee dat die stomme epilepsie ons gezin in tweeën scheurt. En ze is nog maar 4 jaar…

Tegelijkertijd raak ik in de war van mijn gedachten en emoties. Want ondanks dat ik het nu al stil en leeg vind in huis zo zonder Roos, vind ik het stiekem ook best lekker dat we deze avond een keer niet in etappes hoeven te eten omdat een van ons beiden bezig is met Roos medicatie en eten geven. 
En straks, wanneer Roos eens in de zoveel tijd een weekend zal gaan logeren, zal het lekker zijn dat we meer ‘lucht’ zullen hebben en weer ruimte hebben om leuke (en spontane) dingen te doen met Morris en Jasmijn. Of gewoon een weekend even geen zorgen te hebben. 
Maar ook dan zal ik het tóch stil vinden. Ik zal Roos vreselijk missen. En ik zal waarschijnlijk uit gewoonte voordat ik zelf ga slapen nog even op haar kamer kijken…. Ik zal me schuldig voelen omdat ik haar ‘weg stop’, ook al weet ik heus wel dat dat niet zo is. En mijn moederhart zal elke keer breken als we haar achterlaten in het fijne logeerhuis en een sprongetje maken als we haar weer ophalen. 

Eigenlijk vind ik het logeren helemaal honderdduizend keer niks, terwijl ik weet dat het uiteindelijk beter is voor ons allemaal. De tijd zal het leren, maar ik denk dat ik het altijd stil zal blijven vinden wanneer Roos er niet is. Alsof een stukje van mijn hart aan het logeren is. Want Roos hoort erbij…. Ze hoort gewoon bij ons te zijn…


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *