Annalies is op de thee. “Ik lees je blog. Je schrijft goed.”, zegt ze, “Maar dat deed je vroeger eigenlijk ook al…”. In onze puberjaren schreven Annalies en ik in een schrift brieven aan elkaar. Af en toe schreef ik ook een verhaal erin.
“Dank je.”, antwoord ik. Ineens schiet me Ko de Gnoe te binnen. Twee verhalen; deel 1 en deel 2. Annalies kent de verhalen ook. Als ze weg is, ga ik op zoek naar de verhalen en lees ze na al die jaren weer. Grappig en verrassend. Ik heb ze lang geleden geschreven, maar het past zo bij nu…. Het gaat over vechten, je hoofd boven water houden, doorzetten, omdenken, het ontdekken van talenten, over vooruit gaan…. Het gaat over anders zijn dan anderen, het gaat over jezelf zijn.
Lees en krijg een glimlach op je gezicht…
Ko de Gnoe – deel 1
Waarin Ko ontdekt dat hij niet kan rennen, maar wel een ander talent heeft…
In een land hier ver vandaan leefde eens een gnoe. De gnoe heette Ko. In het land was eens per jaar een grote Gnoe-run… Alle gnoes sjeesden dan van de ene, naar de andere kant van het land en de winnaar kreeg een weiland vol vers groen sappig gras. Elke gnoe mocht vanaf zijn 3e jaar meedoen aan de gnoe-run. Ko was 2 en zijn tijd als groot gnoe-runner was bijna aangebroken. Maar Ko had echter een probleem… hij kon niet rennen. Wat Ko ook probeerde, hoe Ko ook oefende, hij ging nooit harder dan 5 kilometer per uur en dat is natuurlijk niet handig bij een hardloopwedstrijd. Ko besefte zich dan ook dat hij de run daar nooit mee zou winnen. Het maakte hem verdrietig.
Op een dag was Ko weer aan het oefenen met rennen…. Hij had inmiddels de snelheid van 6 kilometer per uur bereikt (want oefening baart kunst), maar het was natuurlijk nog steeds niet hard genoeg om de run te winnen…. Ko probeerde het eens achteruit, maar ook dat boekte weinig vooruitgang (letterlijk en figuurlijk). Nou is het bekend dat Gnoes niet graag opgeven…het zijn echte vechters (kijk maar naar de documentaires op National Geografic… Dwars de rivier met krokodillen door, vechtend voor hun leven…) Ko zou geen gnoe zijn als hij op zou geven, dus hij bedacht het ene na het andere plan. Echter niets hielp. Toen Ko toch bijna met de pakken neer ging zitten bedacht hij zich, dat hij misschien meer vaart zou krijgen als hij van een berg af zou rennen. Hij zocht de hoogste berg in de omgeving op, waande zich even als berggeit en toen hij eenmaal boven was nam hij een aanloop, een klein sprongetje en sjeesde richting het dal…. Maarrrrrrrrr natuurlijk ging dat mis… Halverwege struikelde Ko, stuiterde een paar keer op z’n gnoebillen en rolde over de kop. Uit alle macht probeerde Ko weer op z’n poten terecht te komen (want gnoes geven immers niet op) en het lukte… Maar rennen, dat lukte nog steeds niet…. Er gebeurde iets mooiers… Ko gebruikte zijn poten, ging vooruit en niet onbelangrijk…. het ging SNEL!!!! Hij huppelde! En hoe! Ko kon huppelen als geen ander (er wás namelijk ook geen andere Gnoe die ooit huppelde). En zo kwam het dat Ko op zijn derde jaar huppelend de gnoe-run won. En zo komt het ook dat je nu af en toe een gnoe ziet huppelen.
Ko de Gnoe – Deel 2
Waarin Ko ontdekt dat hij een talent heeft in vlinderen…
In een land hier ver vandaan is eens per jaar een grote Gnoe-run… Alle gnoes sjezen dan van de ene, naar de andere kant van het land en de winnaar krijgt een weiland vol vers groen sappig gras. Als één Gnoe begint met rennen, beginnen ze ineens allemaal. De voorste Gnoe bepaalt de route, zolang deze uiteindelijk maar aan de andere kant van het land finished. Zo kan het zijn dat de run het éne jaar over hoge steile rotsen loopt en het andere jaar door woeste wouden en kolkende rivieren. Zoals velen van jullie misschien weten (van National Geografic) overleven slechtst de sterkste Gnoes de run. Velen sterven een treurige dood doordat ze een ravijn in storten of in de kolkende rivier verdrinken… De run is dus niet geheel zonder gevaren….
Ko stond dit jaar rustig met zo’n 12382 andere Gnoes te grazen op de savanne toen ineens één van de Gnoes begon te rennen. Een aantal anderen renden hem achterna en zo kwam de Grote Gnoe-run langzaam op gang. Ko bedacht zich geen seconde en huppelde achter de meute aan.
Je moet weten dat dit de 2emaal was dat Ko meedeed aan de Gnoe-run. Ko was een slechte renner, maar een uitstekende huppelaar. Daarmee won hij de vorige keer de Grote Gnoe-run. Maar goed, Ko huppelde dus achter de meute aan. Drie dagen lang renden de Gnoes door weer en wind over de savanne totdat ze de kolkende rivier bereikten. De koploper bedacht zich geen moment en dook in het water…. De rest volgde uiteraard….Zo ook Ko… Zwemmen kon hij niet, maar hij wilde de run winnen en had geen zin om te verdrinken. Ko spartelde dus in het kolkende water, probeerde zijn kop boven water te houden en vooruit te komen. Nou staan Gnoes doorgaans niet bekend om het opgeven, maar de kracht van het water was te sterk en Ko raakte uitgeput…. Ko leek zich over te geven aan de stroming en blikte naar de lucht… ‘Dit is het laatste wat ik zal zien.’, dacht hij treurig. Aasgieren cirkelden in de mooie blauwe hemel boven hem. Ko keek er naar terwijl hij zich mee liet voeren met het kolkende water. Hij keek hoe de gieren hun vleugels uitsloegen en…. hij kreeg een idee! Vliegen houdt vogels in de lucht! Wát als hij zou fladderen als een vogel of…… als een vlinder! Misschien zou hij uit het water kunnen vliegen! Ko probeerde het, maar vliegen dat lukte natuurlijk niet… Er gebeurde iets mooiers…. Ko fladderde met zijn poten, was in staat zijn kop boven water te houden, ging vooruit en niet onbelangrijk… het ging SNEL! Hij zwom! En hoe! Ko bleek een uitstekend talent te hebben voor de vlinderslag! Hij kon vlinderen als geen ander (er wás namelijk ook geen andere gnoe die ooit de vlinderslag zwom). Hij vlinderde met zo’n 75 slagen per minuut de andere Gnoes voorbij, bereikte de overkant van de kolkende rivier, klom aan wal en huppelde zo snel hij kon naar de andere kant van het land. En zo kwam het dat Ko op zijn 4e jaar voor de 2ekeer de grote Gnoe-run won. En zo komt het ook dat je af en toe een gnoe de vlinderslag ziet doen.